Zapostatul of Alaiul Berbecilor is een zeer oud, voor-christelijk gebruik dat oorspronkelijk in de week voor het begin van de lente plaats vond en nu op vastenavond. Men viert het nieuwe ontluiken van de natuur, het verwerpen van het kwade en het is een welkom voor het goede.
Jonge mannen gekleed in schapenvachten, met koebellen aan hun gordel en wollen maskers versierd met bloemen laten de mensen schrikken. Ze trekken vergezeld door muzikanten en met veel lawaai door het dorp van deur tot deur. De bewoners bieden deze kwaadaardige wezens traditionele producten aan zoals worsten, eieren, spek en tuica wat een extra dans voor de deur oplevert.
De jonge meisjs verkleden zich eveneens, als partner van de "Berbecii": sommige in lompen, anderen in hun mooie traditionele klederdracht. Ze volgen de stoet tot in het centrum van het dorp.
Hier gaat het feest verder: de meisjes en jongens dansen samen op de typische muziek van Slatina-Timis. Plukjes wol worden uit de jassen getrokken en dienen om de gewassen en dieren te beschermen. De winter is voorbij, de lente is in het land, de maskers worden afgezet. Er worden traditionele gerechten opgediend en warme tuica ingeschonken.